Historie
Tot 1870 kende Breda nauwelijks politieke tegenstellingen. De stad werd geregeerd door een eensgezinde elite. Maar geleidelijk aan kreeg ook de middenklasse, zoals elders in Nederland, politieke invloed. Vanuit die nieuwe middenklasse ontstonden nieuwe verenigingen, die veelal stoelden op een bepaalde geloofsovertuiging. In Breda leidde dit tot een verdeelde samenleving van katholieken en niet-katholieken. Hierdoor leden allerlei lokale initiatieven schipbreuk en had Breda geen fatsoenlijke concert- en toneelzaal.
Voor een aantal vooruitstrevende burgers was dit aanleiding om een comité op te richten met als doel het bouwen van een schouwburg, open voor alle gezindten. Er werd grond gekocht aan het Van Coothplein, dat toen nog ‘Wapenplein’ heette. Het terrein kwam beschikbaar nadat de wallen van de stad waren gesloopt. De aankoop werd gefinancierd door middel van een lening in de vorm van 2500 aandelen van f 50,-, per stuk, die de Bredase burgers konden kopen. Nadat de financiering rond was, werd op 1 oktober 1880 de Vereniging Concordia (Latijn voor ‘Eendracht’) opgericht en kort daarna begon men met de bouw. In juli 1881 kreeg Breda zijn eerste schouwburg en Concordia werd een succes. Veel Bredase burgers werden lid van de vereniging en genoten van de muziekuitvoeringen, danspartijen en voorstellingen die er werden gegeven.
Vereniging Vrienden van het Chassé Theater
In 1994 werd de naam van de vereniging Vrienden van Concordia veranderd in Vereniging Vrienden van het Chassé Theater. Dat had alles te maken met de opening van het Chassé Theater in dat jaar. De toenmalige directeur Reg ten Zijthoff ‘omarmde’ de vereniging. Hij besefte, dat de ‘Vrienden van Chassé’ enthousiaste ambassadeurs waren van een goed toneelstuk, altijd al een wat moeilijk te verkopen product voor een schouwburg. In 1997 trad ten Zijthoff af en vanaf die tijd ontstond een meer zakelijke relatie met het Chassé Theater.
Op 1 oktober 2005 vierde de vereniging haar 125ste verjaardag en tijdens een besloten feestelijke bijeenkomst reikte Burgemeester Peter van der Velden aan de voorzitter van de vereniging, Ab Douwes, de Koninklijke Erepenning uit. In zijn toespraak zei de burgemeester: “De vereniging is niet 125 jaar oud, maar 125 jaar jong en ze is nog steeds een bloeiende vereniging met ruim 1000 leden en met een aantrekkelijk programma.”
Vrienden Podiumkunsten Breda
In 2012 is de Vereniging Vrienden van het Chassé Theater opgeheven. In de jaren daarvoor bleef het aantal leden jaarlijks sterk dalen en bovendien vergrijsde het ledenbestand dat daardoor steeds minder mobiel werd. De vereniging werd omgezet in een stichting met als doel de missie en het vermogen van de oude vereniging zo goed mogelijk te borgen. Om alle Bredase burgers optimaal te bereiken, is in 2018 besloten om de naam in het sociaal verkeer te wijzigen in ‘Vrienden Podiumkunsten Breda’. Hoewel er formeel geen verandering in de statutaire naam is opgetreden, blijkt in praktijk dat deze naamswijziging de drempel tussen stichting en burgers, die betrokken zijn bij de podiumkunsten, aanzienlijk is verlaagd.
Tekst is mede ontleend aan het boek van Jan Brouwers, 2006, “Maskers lichten, 125 jaar Vrienden van Concordia/Chassé Theater”.
Carnaval
Het feest dat jaarlijks de meeste bezoekers trok in Concordia was het carnavalsbal. Dit feest trok niet alleen Bredase burgers, maar genoot in die jaren landelijke faam. En zeker vanaf 1919. Want in dat jaar had de gemeenteraad na twee avonden van vurig debat een motie aangenomen dat het dragen van maskers op de openbare weg, ook met carnaval, verbood. Dit betekende het einde van de publieke viering van carnaval in Breda. Maar het carnavalsbal in Concordia bleef gehandhaafd, omdat Concordia geen openbare gelegenheid was. Als je lid was van Concordia was je welkom en introducés werden toegelaten, als ze konden aantonen dat ze niet in Breda woonden. Het bal in Concordia werd een begrip tot ergernis van de katholieke geestelijkheid. Haar invloed was zo sterk, dat toen Concordia in 1937 bij het College van B&W aanklopte, omdat ze de exploitatie van haar gebouw niet meer rond kreeg, B&W alleen bereid was te helpen als er een eind zou komen aan de carnavalsvieringen. Dat weigerde de vereniging en ze zou daarom tot 1962 zelfstandig het gebouw blijven exploiteren. In dat jaar werd het verkocht aan de gemeente. De viering van carnaval ging nog door tot 1969. Daarna heeft de Vereniging Vrienden van Concordia nog een aantal jaren een carnavalsbal georganiseerd in het Turfschip, maar daaraan kwam een definitief einde bij de sluiting van dit congrescentrum.
Het Wapen: ‘De hereeniging’
“Concordia parvae res crescunt, discordia maximae dilabuntur “, ofwel Eendracht maakt ook de kleinen machtig, tweedracht maakt de grootsten zwak. De Romeinse godin der eendracht levert het motto bij de oprichting van de Vereniging Concordia op 1 oktober 1880.
“De hereeniging van de nu zoo verdeelde burgerij” stond voorop.